Cornelis Johan Anton Marie ten Hagen
1904-1957, Jurist, Politicus en Verzetsman
Cornelis Johan Anton Marie ten Hagen werd geboren op 19 november 1904 in Voorburg als zoon van drukker en uitgever Joannes Bernardus Jacobus ten Hagen (’s-Gravenhage 14 april 1870-Bordeaux, circa 1939) en Maria Anna de Surmont de Bas Smeele (’s-Gravenhage 2 juni 1871-Den Bosch 27 februari 1965). Op 23 januari 1933 trad hij te Tilburg in het huwelijk met Adèle Joanna Alexandrina Maria Blomjous (Tilburg 19 september 1904-Nijmegen 16 december 1977), met wie hij vier kinderen kreeg, drie zoons en een dochter. Ten Hagen overleed als gevolg van een verkeersongeluk op 11 maart 1957 in ’s-Gravenhage.
http://www.historici.nl/media/bwg/images/6/-014.jpg
C.J.A.M. ten Hagen (foto: Beeldbank Nationaal Archief)

Cees ten Hagen stamde uit een Haagse uitgeversfamilie. Hij bracht zijn middelbareschooltijd door als intern gymnasiumleerling op het Bisschoppelijk College te Roermond en aansluitend op het Canisius College te Nijmegen. In 1924 begon hij – ook in Nijmegen – aan een studie rechten, in welke stad hij vervolgens in 1930 een praktijk als advocaat en procureur startte.

Zijn politieke leven nam pas een aanvang toen hij eind juli 1940 secretaris werd van de nieuwe, bijzonder actieve Nijmeegse afdeling van de Nederlandse Unie. Die kwam tot stand toen na de Duitse inval het vernieuwingsgezinde driemanschap Einthoven, Linthorst Homan en De Quay opriep tot het vormen van een waarlijk Nederlandse Unie. Die unie moest breken met de oude politieke scheidslijnen tussen protestanten, katholieken en liberalen, moest opkomen voor de nationale zaak en aldus de NSB de wind uit de zeilen nemen. Dat appèl vond in Nijmegen veel weerklank en Ten Hagen nam het voortouw bij het opbouwen van de plaatselijke afdeling. De Nijmeegse afdeling groeide door haar diverse activiteiten en initiatieven (wijkorganisatie, jeugdafdeling, eigen bladen, colportage, discussiebijeenkomsten, manifestaties) in enkele maanden snel in omvang en vormde een voorbeeld voor andere Unie-afdelingen. Na diverse aanvaringen met de bezettende macht werd de Unie al in december 1941 verboden, maar diverse jonge Unieleden zetten hun activiteiten clandestien voort of zochten later hun heil in illegale verzetsactiviteiten.

Ten Hagen werd begin mei 1942 gearresteerd en in Sint-Michielsgestel gegijzeld. Mede vanwege een ernstige ziekte kwam hij medio september van dat jaar weer vrij. In mei 1943 nam hij de redactionele leiding over van het illegale blad Christofoor. Dat richtte zich met name op het stimuleren van het verzet onder katholieken, was tegen het herstel van de RKSP en propageerde het door breken van de verzuiling en het vormen van een brede nationale volksbeweging na de bevrijding. Ten Hagen schreef diverse grote artikelen voor Christofoor en de invloed van het blad nam beduidend toe; in illegale kringen was hij bekend onder de schuilnaam ‘Smeele’. Op 11 augustus 1944 werd hij opnieuw gearresteerd en in kamp Vught geïnterneerd toen de bezetter de hele organisatie van Christofoor oprolde. Dankzij hulp van buitenaf kwam hij al op 11 september weer op vrije voeten en na terugkeer naar Nijmegen werd hij daar rond 20 september door het geallieerde leger bevrijd.

Vanuit de frontstad Nijmegen gaf Ten Hagen samen met de jongeren V.A.M. Beermann (katholiek) en C. Kleywegt (protestant) in het bevrijde Zuiden van de herfst van 1944 tot mei 1945 leiding aan de vele enthousiaste voorstanders van de oprichting van een vernieuwingsgezinde Nederlandse Volksbeweging en hun fusieblad Je Maintiendrai-Vrij Nederland-Christofoor. In die chaotisch maanden tussen vrijheid en vrede leek verwezenlijking van de door hen nagestreefde idealen (politieke vernieuwing, nationale eenheid en gerechtigheid) nog volop mogelijk en Ten Hagen beleefde de tijd van zijn leven. Dankzij zijn vooraanstaande rol in de illegale en oud-illegale pers werd hij vanaf januari 1945 hoofd van de sectie Pers en Voorlichting in Noord-Brabant van het almachtige Militair Gezag. In die functie was hij bovendien nauw betrokken bij de perszuivering en kon hij diverse uit het verzet afkomstige vernieuwingsgezinde bladen in het zadel helpen. Maar de zo vurig gewenste Nederlandse Volksbeweging (NVB) kwam er door toedoen van de katholieke vernieuwer en leidsman De Quay pas in mei 1945, dus ná de algehele bevrijding en op een moment dat ook de verzuilde organisaties alweer openlijk en volop aan hun herstel werkten.

In het verlengde van zijn illegale activiteiten werd Ten Hagen in juli 1945 ook lid van de Nationale Adviescommissie van het voormalige verzet, van waaruit hij in november 1945 lid werd van de Voorlopige Staten-Generaal. Ten Hagen maakte vanaf het begin deel uit van het landelijke hoofdbestuur van de NVB en koos, toen de NVB niet doorgezet werd, voor het realiseren van zijn idealen in de nieuwgevormde PvdA. Bij de eerste naoorlogse verkiezingen (mei 1946) werd hij voor de PvdA tot lid van de Tweede Kamer gekozen. Samen met andere katholieke PvdA-leden als Theo van Lier, Joan Willems en Geert Ruygers richtte hij de Katholieke Werkgemeenschap in de PvdA op (1946) en schreef hij geregeld artikelen voor het nieuwe blad De Katholiek in de PvdA.

In zijn woonplaats Nijmegen was Ten Hagen achtereenvolgens lid geworden van de tijdelijke gemeenteraad (oktober 1945) en de noodgemeenteraad (november 1945), terwijl hij in diezelfde maand ging fungeren als wethouder van onderwijs, cultuur, personeel en financiën. Maar toen hij in mei 1946 voor de PvdA Tweede Kamerlid werd, was zijn wethouderschap voor de KVP-ers in de gemeenteraad niet langer acceptabel en moest hij dit opgeven. Hij is wel steeds gemeenteraadslid gebleven en fungeerde vanaf 1949 als fractievoorzitter. Daarnaast was hij onder meer lid van het bestuur van het stadspark De Goffert, medeoprichter van de Gemeenschap Beeldende Kunstenaars Nijmegen en medeoprichter van een niet-verzuilde woningstichting die later naar hem genoemd werd (Woningstichting mr. C.J.A.M. ten Hagen, thans Woningstichting Woongenoot).

In de Tweede Kamer gold Ten Hagen als specialist inzake de wederopbouw, de gemeentepolitiek en de huisvesting. Dat blijkt ook uit zijn lidmaatschap van de Staatscommissie inzake de herziening van de Woningwet, van het Scheidsgerecht voor Oorlogsschade te ’s-Gravenhage en uit zijn artikelen en redactiewerk voor het blad De Gemeente. Maandblad van de PvdA. Tot zijn dood door een verkeersongeval – hij werd aangereden bij het oversteken voor het Kamergebouw – was hij een actief lid van de Tweede Kamer en werd hij tot de linkervleugel van de PvdA gerekend.

Collega’s en bekenden van Cees ten Hagen kenschetsten hem allereerst als een gedreven idealist die radicaal was in zijn keuzes en die niet van compromissen hield. Hij kwam veelal over als een bloedserieuze en wat droge man, die weinig lachte, maar tegelijk werd hij gewaardeerd als een harde werker met een scherp verstand en een groot sociaal gevoel. Van zijn eigen gevoelens liet hij slechts in de kleine kring van familie en vrienden blijken.

Werken

  • Diverse artikelen in Christofoor, Je Maintiendrai-Vrij Nederland-Christofoor, De Katholiek in de PvdA, De Gemeente. Maandblad van de PvdA, Socialisme en democratie
  • (Met H. Verschoor) Wat krijg ik nog? Amsterdam 1950

Literatuur

  • Necrologieën in:
    • De Gemeente, Maandblad van de Partij van de Arbeid 11 (1956-1957), 75
    • Het Vrije Volk, 11 en 12 maart 1957
    • Paraat in een veranderende wereld, 16 maart 1957, 85, 94
    • C. Kleywegt, ‘Cees ten Hagen †’, De Katholiek in de PvdA 11 (1957), nr. 4, 3
  • H.J.J. Lenferink, ‘Biografie van Hagen, Cornelis Johan Anton Marie ten (1904-1957)’, in: www.inghist.nl/bwn3; 0509-2003
  • P. van der Schans, ‘Doorbraak en wederopbouw. De Nijmeegse PvdA en haar gemeentepolitiek 1946-1954’, in: Nijmeegse Studiën XI, Nijmegen 1983
  • H. Termeer, Nijmegen frontstad, september 1944-mei 1945. Politiek en vakbeweging, Zutphen 1979
  • H. Termeer, Het geweten der natie: De voormalige illegaliteit in het bevrijde Zuiden, september 1944-mei 1945, Assen 1994

Bronnen

  • Verslag houdende de uitkomsten [der] Enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945, ’s-Gravenhage 1950, deel Vc, 705-708: verslag van verhoor van C. ten Hagen
  • H. Termeer
    Uit: Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 6, Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis. Redactie: drs. I.D. Jacobs (eindredactie), drs. C.A.M. Gietman, drs. R.M. Kemperink, dr. J.A.E. Kuys, E. Pelzers en dr. P "van Wissing .W.". Verloren, 2007, pagina's 47-49.