Arend van Westerholt is opgegroeid op het eeuwenoude huis Hackfort. Het gezin Van Westerholt leefde in redelijke welstand, maar aan deze situatie kwam in 1917 een abrupt einde. Borchard van Westerholt had het familievermogen voor het overgrote deel belegd in de bekende ‘Russische Spoortjes’. Als gevolg van de Russische Revolutie werden deze echter in één klap waardeloos. Na het verlies van het belegde vermogen was de familie voor haar inkomen vrijwel uitsluitend aangewezen op de opbrengst van het landgoed. Voor een adellijke levenswijze was dit ontoereikend. Het leven op Hackfort werd vergulde armoede. Dit gegeven zou in belangrijke mate het handelen van de familie na 1917 bepalen.
Arend van Westerholt speelde hierin een bepalende rol. Kenmerkend is dat over deze zaken met niemand werd gesproken. Arend van Westerholt was een koppige man. De ruzie die zijn vader met het elektriciteitsbedrijf kreeg over de aanleg van elektriciteit op huis Hackfort, heeft hij zijn gehele leven volgehouden. Bij zijn overlijden in 1970 was Hackfort niet alleen nog altijd verstoken van elektriciteit, maar ook van gas en stromend water. “Ik ben bij een petroleumlamp geboren en wil er ook bij sterven”, was een bekende uitspraak van Arend van Westerholt.
Hoe het denken over de toekomst van het landgoed was gevorderd, bleek bij het overlijden van Borchard van Westerholt in 1934. Op dat moment was van de vier meisjes Van Westerholt, die allen de leeftijd van dertig jaar al hadden bereikt, er nog maar één in het huwelijk getreden. Freule Clara had aan de heerschappij van vader en broer weten te ontsnappen en was in 1929 gehuwd met Jan Loos, de zoon van een houthandelaar in Blokzijl. Borchard van Westerholt was zeer tegen dit huwelijk gekant, maar had het niet weten te voorkomen. Bij de verdeling van de erfenis werden Arend van Westerholt en zijn zusters Emma, Catharina (in de wandeling ‘Zus’ genoemd) en Sannie ieder voor een kwart gerechtigd in de eigendom van het landgoed, maar hun gehuwde zuster kreeg haar erfdeel in contanten! De reden waarom de andere zusters niet trouwden (of beter gezegd: van vader en broer niet mochten trouwen) laat zich raden. Kost wat kost moesten complicaties bij de verdere vererving van het landgoed worden voorkomen.
Arend van Westerholt studeerde rechten in Utrecht, was lid van de senaat van het studentencorps en vervulde na zijn studie enkele jaren een functie bij de rechterlijke macht. In 1938 vertrok hij bij het kantongerecht te Zutphen en hij zou daarna als ambteloos burger zijn dagen slijten. Hij was lid van de gemeenteraad van Vorden van 1939 tot 1962, met een onderbreking gedurende de oorlog, en was van 1953 tot 1958 wethouder. Ook vervulde hij bestuursfuncties bij het Waterschap van de Baakse Beek en bij de HummeloEnschedese Kunstweg. In zijn functie van heemraad bij het waterschap was hij altijd zeer attent op het behoud van natuurwaarden. Toen de boterfabriek in Vorden het water van de Baakse Beek vervuilde, was hij degene die zich hiertegen krachtig teweerstelde.
Arend van Westerholt heeft zijn reputatie als ‘de lastigste man van Vorden’ – hij zag zichzelf zo – tot na zijn dood waargemaakt. Hij heeft in zijn leven vele processen gevoerd. Het belangrijkste proces, dat jaren heeft gesleept, was dat tegen de ruilverkaveling Warnsveld, waar ook Hackfort bij betrokken werd. Alleen al het feit dat Hackfort in een ruilverkaveling werd opgenomen, was reden voor fel verzet. Arend van Westerholt wees hierbij onder andere op de risico’s van een verlaging van de grondwaterstand op het landgoed. Maar het verzet leverde geen resultaat op. Zijn grootste triomf behaalde Arend van Westerholt in 1967, toen zijn strijd tegen de toedeling van gronden met succes werd bekroond. In een hoogst interessant vonnis van de rechtbank te Zutphen, waarin werd teruggegaan naar de beleningsoorkonde uit 1324, werd bepaald dat de wegen en alleeën op Hackfort altijd tot het landgoed hadden behoord en dus geen overheidseigendom waren. Arend van Westerholt wist hierna te bedingen dat de bermen van de wegen, en daarmee ook het pootrecht, bij het landgoed bleven. Het belang hiervan was dat hij zeggenschap hield over het aanzien van de wegen en dus geen gevaar liep dat de bepalingen van de Natuurschoonwet niet meer voor Hackfort zouden gelden. Aan de Natuurschoonwet waren namelijk belangrijke fiscale voordelen verbonden en het verlies hiervan konden de Van Westerholts zich niet permitteren.
Toen zijn zuster Catharina (freule Zus) in 1964 overleed, bleek hoe de familie verder met het landgoed wenste om te gaan. Verkoop was kennelijk nooit een optie geweest. De traditie zal zich hiertegen te zeer hebben verzet. Immers: sinds de eerste belening in 1324 was het goed Hackfort nooit verkocht, maar altijd door vererving in andere handen overgegaan. Deze traditie werd ook nu voortgezet: freule Zus had haar deel van het landgoed vermaakt aan de Vereniging Natuurmonumenten. Duidelijk werd nu dat de andere kinderen Van Westerholt dezelfde gedragslijn zouden volgen, zodat het landgoed als geheel in andere handen zou overgaan. Het is tekenend dat een erfgenaam niet in de familie werd gezocht, hoewel er in de familie van moederskant, dus in de familie Sloet, zeker kandidaten voor de vererving te vinden waren. In Duitsland leefden bovendien nog nazaten van het geslacht Van Westerholt. De situatie van de vergulde armoede op Hackfort zal de opvatting hebben doen ontstaan, dat particulier bezit van het landgoed financieel niet meer mogelijk was.
Na het gesprek bij de notaris met betrekking tot de vererving van Hackfort bracht de toenmalige directeur van Natuurmonumenten, mr. H.P Gorter, een be. zoek aan landgoed en huis Hackfort. Na zijn opmerking dat het landgoed zo mooi gebleven was, sprak Arend van Westerholt de gedenkwaardige woorden: “Bij mij, mijnheer Gorter, verandert niets.”
De keuze voor Natuurmonumenten zal zijn gedaan omdat de families Van Westerholt en Gorter elkaar al jaren kenden. De vader van Gorter was landschapsschilder en had een huis in Vorden. In de Herensociëteit van het dorp bij het huidige hotel Bakker zullen Borchard van Westerholt en Gorters vader elkaar hebben ontmoet.
Arend van Westerholt stierf op 8 oktober 1970. Geheel volgens de traditie werd zijn stoffelijk overschot op een boerenkar naar zijn laatste rustplaats gebracht. In zijn testament had Arend van Westerholt nog een verrassing voor de gemeente Vorden in petto. Bepaald was namelijk dat de erfgenaam van het landgoed, Natuurmonumenten, nooit via een minnelijke regeling gronden van Hackfort aan de gemeente zou mogen verkopen. Men zou het dus altijd op onteigening moeten laten aankomen. Het landgoed had na de Tweede Wereldoorlog al heel wat grond aan de gemeente afgestaan. Zo was de grond rondom de windmolen van Hackfort aan de gemeente Vorden verkocht om woningbouw mogelijk te maken. Er was bovendien een rondweg aangelegd, grotendeels over tot Hackfort behorende grond. De laatste aanslag op Hackfort was de bouw van een waterzuiveringsinstallatie op grond van Hackfort. Het is bekend dat Arend van Westerholt het hiermede niet eens was, en waarschijnlijk heeft dit zodanig zijn misnoegen opgewekt dat hij besloot tot deze toch wel opmerkelijke testamentaire bepaling.
Ook zuster Clara, die van de eigendom van Hackfort was uitgesloten, liet haar vermogen na aan Natuurmonumenten. Haar bezit was door een uitgekiend beleggingsbeleid van haar echtgenoot Jan Loos gegroeid tot miljoenen guldens.
Was Arend van Westerholt een vroege natuurbeschermer? Zijn motieven waren ongetwijfeld anders dan die van de moderne natuurbeschermer. Voor hem stond natuurbehoud ten dienste van het behoud van de wild- en visstand. Volgens het bekende principe van de jacht moest er geoogst kunnen worden. Hackfort is tijdens het leven van Arend van Westerholt zijn jachtgebied geweest, waar volgens de regels van de weidelijkheid werd gejaagd.
Toen Arend van Westerholt zijn ogen sloot, kon de zorg voor de toekomst van het landgoed, die zijn leven had beheerst, van hem afvallen. Het landgoed zou niet uiteenvallen, maar als geheel bij een nieuwe eigenaar een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Door de keuze van een rechtspersoon als eigenaar zou de situatie van vergulde armoede van Hackfort verdwijnen. De verdiensten van Arend van Westerholt voor het behoud van landgoed Hackfort zijn onmiskenbaar. De wijze waarop hij en zijn familie hiermede zijn omgegaan geeft inhoud aan het bekende adellijke principe ‘noblesse oblige’. Vooral de zusters van Arend van Westerholt hebben zich hier grote opofferingen voor moeten getroosten.